In de ruimte van ons Heelal is alles onderhevig aan tijd , er zijn binnen het heelal dus veranderingen mogelijk.

Voor ons is er voor alles een begin en een einde.

Alles heeft een vorm , een fysiek bestaan , een plaats in het heelal .

Alles is onderhevig aan de tijd.

Er bestaan afstanden , verplaatsingen , snelheden , alles is op de een of andere manier waarneembaar.

Op sommige gebeurtenissen hebben wij invloed , wij kunnen iets verplaatsen , iets andere vormen geven ,

iets verwarmen enz....

Maar zelfs de dingen die we wél kunnen beïnvloeden , kunnen maar gebeuren omdat de wet ons dat toelaat.

Met de vrijheid die de wet ons hier geeft , kunnen we doen en laten wat wij willen , maar als we hier onjuist

gebruik van maken , dan moeten we ook de gevolgen ondergaan volgens de logica van de wet.

De wet laat ons vrij om met een hamer een glazen ruit te breken , maar als we dat doen dan zal het logisch gevolg 

onherroepelijk volgens de wet  verlopen .

We kunnen onze daad en de gevolgen noteren , maar de krachten die hier in meespeelden waren de krachten

van de wet.

Overal in de wereld kunnen we deze daad stellen op hetzelfde ogenblik , en overal zal de wet zich manifesteren.

Dus de plaats waar het gebeurt is voor de wet van geen belang want zij heeft geen plaats nodig .

Vóór , tijdens en na de handeling is de wet zelf niet waarneembaar , en toch is zij er want alle gevolgen van de

handeling worden ogenblikkelijk en overal zichtbaar , volgens de regels van de wet ,

en dat kunnen we dan noteren.

Niets kan zich onttrekken aan de wet , het kleinste atoom werkt volgens de wet .

 

Op andere dingen hebben wij geen invloed , maar toch gebeuren zij.

Als je hierop niet dieper wil ingaan , dan lijkt het allemaal vanzelfsprekend .

Maar hoe meer je dit allemaal bestudeerd , hoe wonderbaarlijker is heel ons bestaan.

Een bloem die uit het zand oprijst , vanuit een zaadje waarin alle informatie is opgeslagen , en waaruit dan

iets prachtigs te voorschijn komt .

Met de gegevens in dat zaadje groeit deze bloem en vindt zij de nodige materialen om kleurrijke blaadjes

aan te maken .

Het is een groot wonder dat , met de gegevens in het  zaadje , ( dat er voor ons zo gewoon uit ziet ) ,

een mooie bloem ontstaat. Daar moeten toch wel wetmatigheden achter zitten.

Deze wetten moeten ook stabiel zijn , anders hadden we een grote puinhoop in plaats van een mooie bloem.

Wij kunnen enkel helpen door het zaadje in het zand te zaaien en te zorgen voor water en voedingsstoffen.

Al de rest , het meest wonderlijke , gebeurt dan zomaar , want wij vinden het zo normaal.

In werkelijkheid gebeurd alles volgens bepaalde ingewikkelde regels , waarvan wij er enkele ontdekken

en dan noteren onder de vorm van woorden of formules.

Moesten wij alle wetten , alleen hierover al , kunnen ontdekken en noteren , dan zou dat volgens  mij een lijvig boek 

vol formules worden.

Bedenk dan dat er op aarde ontelbare bloemen groeien volgens die bepaalde wetten en dat nog zoveel

meer andere dingen ontstaan zijn .

Wij hebben toch wel de wetenschap  dat al deze dingen niet zomaar willekeurig gebeuren , maar dat het gebeurd

volgens bepaalde regels . Wij kunnen deze regels ontdekken en onderzoeken en deze vastleggen met wiskundige

formules. En gelukkig veranderen deze regels niet , anders had het geen zin om deze te bestuderen en op te tekenen.

Er is dus wel een bepaalde stabiele vasthoudendheid als het om de regels gaat.

Hoe divers de natuur ook is , alles is opgebouwd volgens vaste wetten.

De finesse van het bestaan gaat boven ons petje . Wij vinden het logisch dat alles een begin en een einde moet hebben.

Maar waar komt dan alles vandaan vragen wij ons af , waar is het begin . 

Met onze manier van denken zitten we vast , want de vraag " wat was er dan daarvóór " blijft steeds terug komen.

Als er zich een eeuwigheid geleden  , iets heeft voorgedaan dan moet er daarvóór toch al iets geweest zijn

waardoor dat kon gebeuren en zo kunnen we blijven doorgaan tot in het oneindige.

(En zo komen we inderdaad terecht in het tijdloze.)

En toch houd onze denkwijze vast aan het eindige , wat we hier in het heelal nodig hebben , maar daarmee

kunnen we nog geen verklaring geven voor het bestaan.

Het bestaan is iets wonderlijk , er moet iets bovennatuurlijk aan het werk zijn , iets wat kennis heeft van het

oneindige , van het tijdloze , en dat beheerst.

Als ik mij er op verdiep , dan heb ik de drang om te zeggen , dat het tijdloze het bijzonderste is , het meest normale.

Als wij daarin kunnen geloven , dan kunnen we ons het bestaan beter voorstellen als zijnde normaal .

Dan heb ik met mijn beperkte manier van denken toch het gevoel dat ik er iéts van begrijp.

Als ik dáár niet in geloof , dan kan ik nergens iets vinden waardoor er een bestaan zou kunnen zijn.

De beperkte manier van denken leid ons steeds weer naar de bewering dat er eerst niets was en dat er dan uit niets

plots toch iets te voorschijn komt , ja maar was er dan daarvóór tóch iets waardoor dat kon gebeuren?

En dat doet mij steeds weer geloven dat het tijdloze het meest normale is ,  waardoor al de rest bestaat.

 

De formules die we gebruiken om onze bevindingen te noteren hebben op zichzelf niet de miste  kracht .

En of er enorme krachten worden ontwikkeld in ons heelal daar moeten we niet aan twijfelen ,maar daar zijn

onze nota's niet verantwoordelijk voor .

Een wet daarentegen voert onverbiddelijk zijn logische waarheid uit , en blijft steeds dezelfde , is

onveranderbaar .

Wat wij waarnemen zijn de uitwerkingen van de wetten in ons heelal , niet de wetten zelf.

Wat wij noteren zijn de waarnemingen die we doen betreffende de uitwerkingen.

De uitwerkingen kunnen héél heftig zijn , waarvan onnoemelijke krachten in ons heelal zichtbaar zijn.

 

Ieder potje , pannetje , steentje dat bestaat is een uitwerking van de wetten .

Ik schrijf van de wetten , want iedere wet die er bestaat draagt steeds zijn steentje bij .

Overal waar een bepaalde wet optreed , zullen ook alle andere wetten hun logische invloed laten gelden.

Zo lijkt het alsof wetten kunnen veranderen , maar iedere wet is puur en eeuwig , en zal voluit zijn 

logica uitoefenen , in samenwerking met alle andere wetten , en volgens zijn eigen en hun logica.

Alle mogelijke toestanden zijn in zijn eigen logica vervat en worden beheert door de wet.

Zo ook voor alle andere wetten die er bestaan.

Hier in ons bestaan , is alles wat wij waarnemen een uitwerking van wetten , is alles iets wat de wetten

produceren .

Maar de wet op zichzelf is voor ons niet waarneembaar , we kunnen ze niet aanwijzen !!! .

Zij zijn voor ons ongrijpbaar , maar wij ondervinden wél hun invloed .

Ik heb nog nooit een wet op tafel zien liggen , of men kan een wet niet opbergen in een doosje .

Maar zij is er wel want anders zou zij zich niet kunnen laten gelden .

In het heelal nemen we enkel de enorme krachten van de wetten waar , de uitwerkingen .

Een bewijs dat de wetten echt bestaan  , zij zijn in ons heelal op ieder plaatsje aanwezig , zij zijn voortdurend in werking , zelfs in ons lichaam.

En toch is er geen enkele plaats in ons lichaam waar je de wet op zichzelf zou kunnen uithalen.

De eigenschappen van de wet,  die er bij ons nodig zijn om een bloem te laten groeien , zijn eveneens aanwezig

in de wet waardoor de zon bestaat , het is immers dezelfde wet.

De wetten zijn tijdloos , hebben geen plaats , zij " ZIJN " . De wetten kennen geen ruimte , hebben geen vorm .

De oorzaak van heel ons bestaan zijn de tijdloze , vormloze , niet waarneembare wetten waarvan het heelal een

uitwerking is.

Ik noem het,  het tijdloze bestaan.

 

Het tijdloze is eeuwig , heeft geen ruimte , heeft geen plaats , heeft geen vorm ,

geen grootte maar bestaat , “IS” ( van het woord “zijn”) het tijdloze bestaat , niet naast , het heelal want

het heeft geen plaats .

Van het tijdloze kan men niet zeggen dat het groter of kleiner is dan het heelal ,

want het heeft geen afmetingen. Het tijdloze heeft geen begin of einde , want het ondervindt

geen invloed van van tijd , is eeuwig.

HET TIJDLOZE “ IS “ en bezit de gehele waarheid.

Het TIJDLOZE bezit alle mogelijke , logische wetten . De wetten hebben ook geen plaats nodig ,

men kan geen wet uit een doosje halen , en zij hebben geen invloed van de tijd.

 Zij zijn eeuwig en onveranderbaar en zijn verenigd met alle andere bestaande wetten ,

waarmee zij dus een hechte band hebben waardoor iedere , andere wet , steeds ,

op zijn logische wijze samen werkt .

Eigenlijk is er één grote wet waarin alles is vervat , onveranderbaar en tijdloos , eeuwig .

De wetten zijn in het heelal overal en altijd aanwezig , en kunnen zich op alle plaatsen tegelijk manifesteren .

Voor het vormen van een zandkorreltje treden dezelfde wetten in actie , zowel voor een korreltje bij ons als een in Afrika. Men kan de wetten geen plaats toeschrijven , de wetten bestaan gewoon , en werken zich juist daarom overal uit. In ons heelal kunnen wij een plaats aanduiden waar de uitwerking van de wetten plaats vindt , maar voor de wetten zelf maakt

plaats niets uit . 

Wij kunnen de uitwerkingen van de wetten die we ontdekken noteren onder de vorm van wiskundige formules ,

maar deze formules zelf hebben geen kracht , het is een hulpmiddel om de krachten die we opmerken ,

uit te drukken en proberen te begrijpen .

Maar de wetten die we op zichzelf niet zien , zijn onvermurwbaar , voeren hun krachten onverbiddelijk uit maar wel in samenspraak met iedere andere wet. Die samenspraak is steeds aanwezig in zijn logica.

Aan de wetten kan men niet ontsnappen want zij werken hun logische krachten uit in ieder hoekje van het heelal , en volgens hun logische samenhorigheid .

 

 

Voor het volgende richt ik mij terug op het heelal  en het meer technische.
Zo hebben we de C^2 , deze is geen wet maar de uitwerking van de wetten. zoals we verder zullen zien kan C^2 niet buiten het heelal optreden , en is afhankelijk van de tijd , of juister de tijd is afhankelijk van C^2.

Wij noemen dit de gravitatieconstante .

In de ruimte is C^2 overal aanwezig , en waar zij niet aanwezig is , daar is er geen ruimte.

Zij bepaald de vorm van de ruimte , maakt de grens van de ruimte , trekt de ruimte samen.

 

BEWIJSVOERING VAN DE wisselwerking tussen C^2 en de G

De cijfers hou ik steeds hetzelfde om vergelijkingen te kunnen doen.
              DIM                                DIM                              DIM (aarde)                       DIM                              DIM                                                   3,96568E+21                     2,01049E+21                   1,34659E+21                   1,97179E+20              1,06378E+20             DIM                         1,03628E+10                    4,03186E+10                   8,98755E+10                  4,19168E+12               1,44014E+13              C^2                             2,61312E-12                      2,00541E-11                    6,67429E-11                  2,12582E-08               1,35380E-07                                                        G is de weerstand die C^2 ondervindt.

  Waar C^2 bestaat , is er een weerstand G .

( Als C^2 niet bestaat dan is er ook geen weerstand G ) .

Hierdoor kan de C^2 nooit het ultieme bereiken , waar er geen ruimte is , waar de tijd volledig stil staat.

Door het bestaan van C^2 is er de ruimte , afstand , tijd , het heelal .

Als C^2 niet bestaat , dan is er ook geen ruimte , geen tijd , dan is er het tijdloze.

Hierdoor is het dat C^2 gevangen zit in heelal .

C^2 kan niet buiten de ruimte treden , kan niet buiten het heelal treden .

Waar C^2 bestaat , is er ruimte , en tijd , enz. C^2 is geen wet maar de uitwerking van alle wetten .

En deze zijn onveranderbaar en zonder begin of einde , waardoor de uitwerking ( C^2 ) ook eeuwig zal blijven.

daaruit kun je besluiten dat het heelal geen begin of geen einde kent.

Maar wat er binnen de ruimte van het heelal gebeurd is wél aan verandering onderhevig ,

binnen het heelal is er tijdverloop , beweging , materie .

Maar C^2 is ook overal in de ruimte aanwezig , want waar C^2 niet is , daar is geen ruimte.

De maat voor de ruimte ( DIM ) is er door de verhouding DIM = C^2 / G .

Uit bovenstaande tabel kunnen we afleiden dat de ruimte groter is als C^2 daalt . Dit wil zeggen dat , als C^2 miniem ( klein ) is , dan is de ruimte heel groot . Als C^2 oneindig klein is , dan is de ruimte oneindig groot .

Niet te vergeten dat C^2 overal aanwezig is .
Als C^2 oneindig groot is dan is de ruimte oneindig klein. (C^2 is overal aanwezig )
Dit is logisch voor te stellen . Als C^2 groot is , dan is zij meer geconcentreerd naar een punt toe. tegenovergesteld is er de ontspanning , de vergroting .

In het heelal dat een fysiek bestaan heeft , kunnen zich grotere C^2 concentraties voordoen waardoor de ruimte is samen getrokken en waar de tijd trager verloopt ( op deze plaats ) .

Vandaar de dimensies DIM’s ,